Het probleem vaak met extra brut champagnes of schuimwijnen is dat de zuren ongecontroleerd de overhand nemen en het fruit en andere typische champagnegeuren gaan wegduwen. Vaak zijn ze ook wat plat met weinig diepgang. Charles Philipponnat houdt niet van de term extra brut net omdat die die connotaties kan opwekken, hij houdt het liever op non dosé (niet bijgesuikerd). Door een strenge selectie van de (rijpste) druiven krijgt de champagne desondanks dat er geen suiker wordt toegevoegd toch ongelofelijk veel body en lengte. Brioche, amandel, citrus, pompelmoes en een lichte kruidigheid. Ideaal als aperitief of bij oesters en fruits de mer.